zondag 31 januari 2010

Ein Halbe Berliner... Deel II

Vooraf

Na onze mooie halve Berliner van 2008 hadden we Heiko en Juliette voldoende overtuigd om dit ook eens te beleven. Voor ons is een meerdaagse tocht door de bergen het summum van vakantie, je laat letterlijk alles achter, je gedachten, de stress van het dagelijks leven, de druk van de buitenwereld, alles… Je gooit het hoogstnodige (en dat is nog steeds teveel) in een rugzak en je volgt je voeten. Trekken door de bergen is jezelf terug nietig maken, alles wordt heel relatief in de schaduw van de opgestuikte aarde en toch is het o zo simpel: als de zon schijnt, verbrand je en als het regent word je nat, simpeler kan het leven niet zijn. Als je moe bent dan ga je zitten en geniet je van de pracht rondom je heen: de grilligheid van de rotsen, het wiegen van de gentianen in de wind, het gefluit van de marmotten die het helemaal niet leuk vinden dat je daar zit. Je luistert naar het kabbelende beekje aan je voeten of het bulderen van een waterval, je luistert naar de natuur of naar de stilte die nergens nog zo intens kan zijn. Als je honger hebt, pak je iets uit je rugzak, veel moet dat niet zijn, de honger is meer mentaal dan fysiek. Je kan dit gevoel proberen te omschrijven maar je moet het eens doen om te weten wat het is.
Dit gevoel wilden we aan Heiko en Juliette doorgeven. Wonen in de bergen is nog iets anders dan er doortrekken. Omdat het hun eerste meerdaagse ervaring zou zijn en omdat er toch wat onbekenden waren: gaat het wel lukken met het stappen, met het ontberen van comfort, het dragen van de rugzak… hadden we een nieuwe tocht uitgestippeld. Het zou een tocht worden rond de Reichenspitz in 4 dagen.
Het lot dacht er echter anders over en wat een mooie ervaring samen moest worden werd in de kiem gesmoord door een stom ongeluk. Bij het afdalen van een mislukte toppoging van de Ahornspitz, misstapt Juliette zich en scheurt ze de gewrichtsbanden aan de voet. Weg huttentocht…het was pijnlijk in alle opzichten, we hadden er alle vier naar toegeleefd maar het kon niet zijn. Dit veranderde onze plannen drastisch, we hadden de laatste week van augustus al zeker vrijgehouden dus wandelen gingen we! Omdat we dan toch maar met z’n tweetjes waren kozen we om het tweede deel van de Berliner Höhenweg te doen, dit was wat zwaarder dan de eerder uitgestippelde tocht en misschien iets te veel voor beginners maar “oude rotten” zoals wij moesten dit wel aankunnen. We zouden de draad terug oppikken in de Berliner Hütte waar we in 2008 onze laatste overnachting hadden gedaan, via de Greizer Hütte en de Kasseler Hütte zouden we dan langs de beruchte Siebenschneidensteig terugkeren, tenminste als de omstandigheden het toelieten.
Onze voorbereiding was dit jaar niet anders dan andere jaren en op 14 en 15 augustus wandelden we samen voor onze 5e maal de Dodentocht in Bornem uit in al weer een voor ons “recordtijd”: binnen om 13u11.
Onze reisdag op 23 augustus verliep vlot zonder problemen, we rijden deze route na al bijna met de ogen dicht. De ontvangst was zoals het gaat onder vrienden: hartelijk en welgemeend. Heiko had een plaatsje vrij voor ons in appartement Tristner en de bagage werd daar geposteerd waarna we lekker gingen bijpraten en uitleggen wat de plannen waren. Juul had het er nog steeds verschrikkelijk moeilijk mee dat ze niet mee konden gaan… De tijd vloog voorbij.






Dag 1: Maandag 24 augustus 2009: Breitlahner (1256m) – Berliner Hütte (2042m) – Am Horn (2647m) – Berliner Hütte

Afstand: 13.1 km
Stijgen: 1391m
Dalen: 605m

We stonden op met een blauwe hemel, zo hoort het natuurlijk altijd te zijn op je vakantie. Het was nog stil in Landhaus Sonnenschein, zeker nu onze kinderen er niet bijwaren. Het ontbijt werd gezellig samen met de familie Lapp genomen en Heiko ging ons een lift geven om het eerste stuk tot Breitlahner te overbruggen. Om 9.10u waren we al ter plaatse. Normaal is de parking betalend maar om mensen af te zetten hoefde dit natuurlijk niet.



Er waren al heel wat toeristen op weg. De lucht was fris en we waren gekleed op lekker warm weer. Het afscheid was even moeilijk, wat had Heiko graag mee gegaan… We hielden het kort en vertrokken, de auto’s achter ons latend voor de volgende 4 dagen! De rugzak was zwaar, ik moet er toch eens iets op vinden volgende keer om selectiever te werk te gaan. Ik zeg dit nu al enkele jaren… We zochten naar een goed ritme en lieten de Breitlahner achter ons, het was eigenlijk een kleine nederzetting, de laatste alvorens je de Schlegeisspeicher hebt. De weg was breed en kon aandachtsloos bewandeld worden.



We keken rond en genoten van de ochtendkoelte. Het was hier rustig, zeer rustig. De eerste stop was de Grawandhütte, een verscholen hut gebouwd op een rots tussen de bomen op een hoogte van 1636m, we hadden er al bijna 400m klimmen opzitten. We hielden even halt voor een slok en een hap.









De weg was nog steeds breed maar werd wel steiler en ging nu richting Alpenrosehütte, een zeer grote privéhut op de plaats waar verschillende wandelwegen vertrokken en toekwamen.








Op ongeveer 100 hoogtemeters van de hut hield de brede weg op, hier was een houten opslagplaats gebouwd tot waar het proviand van de verder gelegen hutten met de wagen werd gebracht.



Vanaf hier ging het verder naar de Alpenrosehütte met een quad om ook alzo verderop via een goederenlift de Berliner Hütte te bedienen. Een karretje met vaten bier werd vakkundig naar boven gereden, we volgden dorstig. Even verderop sloegen we linksaf richting Berliner, de laatste 150 hoogtemeters werden geklommen via een normale wandelweg.



We kruisten nog een herdenkingsteken bedoeld om de offers te herdenken van alle oorlogen, geweld en vervolgingen, een mens staat er niet altijd bij stil in deze prachtige natuur dat er toch wel een zware geschiedenis over deze bergen hangt.







Klokslag middag bereikten we de Berliner Hütte en nestelden we ons op het mooie grote terras in de zon. We aten een gulash-soepke en dronken een cola. Het doel van deze dag was nog niet bereikt. Van hieraf had je mooi uitzicht op alle Hornspitzen (I tot V) en hoewel die voor ons niet direct bereikbaar zijn, wilden we toch een beter beeld krijgen van op een hoger gelegen uitkijkpunt, genaamd Am Horn.



We namen de rugzakken een eindje mee op pad en verborgen ze onder een boom uit het zicht. Enkele repen en wat drank namen we mee alsook de portefeuilles, je weet maar nooit. Op dit stuk kwamen we echter niemand meer tegen en het was ook wel duidelijk dat dit geen druk begaan pad was al was het wel zeer duidelijk aangegeven vermoedelijk om te gebruiken in de zeer vroege ochtend om één van de hoger gelegen toppen aan te doen. Het eerste stuk wordt dan in het donker gelopen en dan zijn al die steenmannetjes best wel handig om de weg te vinden.





Net onder de rotsvormige top splitste de weg. Verder door was richting Berliner Horn, wij gingen linksop en klauterden tot op de graat.



Om 14.30u werd de “top” bereikt. Am Horn was eigenlijk niets anders dan een kleine verhoging van de graat die rechtstreeks tot de Berliner Horn reikte, makkelijk te doen is iets anders.





Het uitzicht was zeer bevredigend. In de diepte de hut met alle bijgebouwen en aangebouwde stukken door de decades heen.



Verderop de rest van de graat met de Berliner Horn en pal in het noorden de Melkerscharte met de Zsigmondyspitze, ons welbekend van 2008.







In het noordwesten vonden we nog een oude bekende: de Hoher Riffler met zijn vergletscherde oostkant en de Friesenbergscharte links van hem.



We bleven een halfuurtje boven en genoten van de stilte en de eenzaamheid. Het was lange geleden dat we samen zo alleen waren.



De beklimming was nergens echt moeilijk geweest en ook de afdaling verliep vlot. Op een uurtje stonden we terug op het terras en lieten we onze eerste halve liter geweldig smaken. We meldden ons aan (reservaties waren al vanuit België gemaakt) en kregen kamer 67 in het Winterraum toegewezen, een apart gebouw voor de hut. Het avondeten was lekker maar hoteliaans en er heerste een gezellige drukte in de immense eetzaal.



Na het eten trokken we terug naar buiten met een warme fleece en genoten van het wegstervende licht. Het personeel amuseerde zich om met een zo min mogelijk aantal slagen een lange nagel in een blok hout te krijgen. Makkelijk zal u denken, ware het niet dat dit met de achterkant van de hamer werd gedaan en deze was zo scherp als een beitel. Eén van de hulpkoks was er echt meesterlijk in en terwijl zijn collega met moeite het varken eten gaf, sloeg hij meerdere nagels met één klap in de houtblok.





Na de zonsondergang kwam de koude en we kropen op tijd onder de wol, wetende dat de eerste nacht in een berghut nooit een geweldig slaappatroon oplevert. We hadden een kamertje voor 2 personen waar we nauwelijks met 2 konden instaan maar het gaf wel een beetje “privacy”. De houten muren waren wel zo dun dat als er ’s nachts iemand door de gang liep je het idee had dat ze over je bed stapten. De eerste shift tot 2.45u ging goed, daarna met horten en stoten de morgen gehaald, er was toch veel lawaai geweest.



Dag 2: Dinsdag 25 augustus 2009: Berliner Hütte (2042m) – Mörchenscharte (2872m) – Greizer Hütte (2227m)

Afstand: 8.9 km
Stijgen: 1237m
Dalen: 1052m

Om 6.20u stonden we op, ik wrong me naar het raam om naar buiten te kijken. De zon kwam net op en zette de Groβer Möseler (3480m) in een gouden gloed tegen een staalblauwe achtergrond. Een schitterend zicht, een nieuwe mooie dag brak aan.



We pakten alles weer in onze trouwe rugzakken en begaven ons naar het ontbijt. Je kan dit moeilijk een berghut-ontbijt noemen: verse Semmels met kaas, ham, gelei,…het is al anders geweest. We rekenden af en gingen op pad, het was 7.40u en de zon was nog niet tot aan de hut geraakt.





Het eerste stuk was bekend van vorig jaar. Tot aan de Schwarzsee (2472m) volgden we dezelfde route als toen we naar de Melkerscharte gingen in 2008. Door het verstrijken van de tijd, het klimmen en de stijgende dageraad liepen we toch al snel in het zonnetje.









Er waren nog wel wat groepjes onderweg in deze richting, later zal blijken dat we eigenlijk elke dag met dezelfde mensen optrokken, elk afzonderlijk op zijn eigen ritme en startuur.



De Schwarzsee werd bereikt om 8.55u en we namen een eerste pauze. Het brood werd bovengehaald en een reep chocolade werd aangesproken.





Na de korte eetpauze lieten we het meer links liggen en een steil pad met korte serpentines lag voor ons. We zwoegden ons door het eerste stuk.



Op 2580m splitste de weg, links was naar de Melkerscharte, rechts naar de Mörchenscharte. De klim werd geleidelijker en we passeerden de eerste sneeuwveldjes.



Een steenmarter sprong over de rotsen en verdween in een spleet alvorens ik ook maar de kans had om aan mijn fototoestel te denken, dit was zijn terrein.







De Scharte zelf was een smalle brokkelige opening tussen twee bergen in en er kwamen enkele handen-en voeten stukjes in.



De groepjes mensen troepten hier wat samen door de stijgende moeilijkheidsgraad. We stopten even om wat bij te tanken.





Het uitzicht was mooi: we keken rechts op de Groβer Löfler (3379m) met aan de voet van de berg de Greizer Hütte.



Het was nog wel een eind stappen en we moesten eerst helemaal tot het dal alvorens terug 400m te klimmen naar de hut.



Recht voor ons lag de Lapenscharte met links ervan de Gigalitz, twee doelen voor morgen.



Het eerste stuk van de afdaling was beveiligd met kabels maar niet zo moeilijk, verder door veranderde het pad in een eindeloze steile zig-zag, we moesten zo’n 1000m naar beneden.






Het pad was droog en de zon scheen uitbundig en het werd warm. Enkele 100-den meters lager kreeg ik last van oververhitte voeten, dus even halt gehouden en van sokken gewisseld, daarna ging het weer beter. Die lange afdalingen…ik lig er toch altijd wat mee te worstelen, het kan zo vermoeiend zijn…







Rechts naast ons doemde een diepe geul op die nog volledig ondergesneeuwd was, het pad bleef boven op de kam lopen. Net voor we beneden in het dal kwamen volgde er nog enkele beveiligde stukken langs een steile rotswand en plots hield het pad op en stonde we voor een leegte.







Gelukkig was er een lange ladder aanwezig om ons naar de diepte te begeven, toch altijd een raar gedoe in de bergen op een ladder. We stonden nu met beide voeten in het Floitental, waar we al eens eerder geweest waren maar dan ergens vooraan tot de Steinbockhütte.



Het begin van “Die Floite” stortte zich woest naar beneden gespijsd door het smeltwater van de Floitenkees. Een brug bracht ons naar de overkant en een wegwijzer keek smalend in de hoogte… nog 400m klimmen!



Het was nog vroeg na de middag en we vatten zwijgend de klim aan. De tempowisseling was wat moeilijk in het begin en we gingen ook wat uit elkaar lopen. Hoe goed we de hut ook hadden gezien vanaf de overkant, tijdens de klim konden we geen glimp opvangen alvorens we er bijna waren.







Om 14.05u stonden we boven aan de Greizer Hütte, er heerste een gezellige drukte van dagjesmensen en trekkers door elkaar. Het was een beetje moeilijk wat nu eigenlijk de voorkant of achterkant was. We kwamen even op adem en gingen ons aanmelden. We werden vriendelijk ontvangen door Herbert en Irmi Schneeberger (schitterende naam in deze omgeving) en kregen een plaatsje in een lager toebedeeld, het ging druk worden, dat was al duidelijk. We bestelden elk een halve liter en gingen achteraan op het smalle terras in het zonnetje postvatten.





Het was echt genieten en lekker warm tegen de buitenmuur. Mevrouw Schneeberger kwam zelfs vragen van welke hut we kwamen en wat we daar hadden gegeten, kwestie van ons niet hetzelfde voor te schotelen, wat een service! We liepen nog wat rond de hut en namen de omgeving in ons op.





De hut kreeg bezoek van 2 Haflingers die duidelijk niet aan hun proefstuk waren, ze kozen een mooi plaatsje voor de hut en snuffelden in de aanwezige rugzakken.



Nooit gedacht van op zo’n verlaten plek paarden te zien. Er bleven maar mensen toestromen en de laatste dagjestoeristen trokken naar beneden. Hun rugzakken konden via de dienstlift mee die juist een verse voorraad spijs en drank naar boven had gebracht. In de verte kwam nog een hele groep afgedaald uit de richting van de Kasseler Hütte.



Zij kregen het Winterraum toegewezen. De zon zakte stilaan weg en we fristen onszelf een beetje op voor het avondeten.





Het was te koud om buiten te eten en de gelagzaal was overvol maar gezellig. We zaten aan tafel met een ouder koppel uit Duitsland vergezeld van een man alleen, bij hen nog een jong stel maar dat was eerder toevallig denk ik, ze hadden elkaar gewoon ontmoet op de tocht. We hadden ze al eerder in de Berliner Hütte gezien. We kregen een lekker slaatje en een groot bord spaghetti bolognaise voor de neus, en of het smaakte! Een lekker fris pintje hoorde er ook bij. Na het eten ruimden we plaats voor anderen en trokken met het biertje naar buiten.







Aan de voorkant van de hut was minder wind en we nestelden ons in een soort portaaltje met bank en genoten van het veranderende kleurenspel rond de bergen. De jonge kerel van aan de tafel kwam er bijzitten en haalde een gitaar boven en begeleid door verschillende gitaarklassiekers (zoals Nothing Else Matters… passend lied op deze plaats) zakte de zon verder achter de kartelige kantelen van een bergrug.





Hij was duidelijk gewoon van te spelen en de noten stierven in het schemerlicht. Ik probeerde de avondkleuren vast te leggen op foto. Toen het te koud werd, gingen we terug naar binnen, de warmte van een volle zaal kwam je tegemoet. We dronken nog een lekkere marillen Schnapps en kropen onder de wol, morgen ging een zware dag worden…



Dag 3: Woensdag 26 augustus 2009: Greizer Hütte (2227m) – Gigalitz (3002m) – Lapenscharte (2701m) – Kasseler Hütte (2178m)

Afstand: 11.9 km
Stijgen: 1253m
Dalen: 1302m


De volle lager die we toebedeeld hadden gekregen zorgde niet echt voor een verkwikkende nachtrust, het was weer slapen in stukken en brokken en we stonden op tijd op, sleurden ons materiaal tot op de gang om de anderen niet te hinderen en maakten ons klaar. De weersvoorspellingen gaven wat wisselvalligheid met kans op een bui maar de lucht zag nog staalblauw al kan dit in de bergen zeer snel veranderen.



Er was nog niet veel volk aan het ontbijt om 6.40u en we genoten van de relatieve rust en het lekkere brood. Op de planning vandaag: een heuse 3000-der: Gigalitz (3002m). Hiervoor moesten we halverwege de klim naar de Lapenscharte op ca 2500m het pad verlaten naar links en via de zuidwest-graat de top beklimmen. De beklimming stond in de “Rother” als I aangegeven, dus toch wel iets meer dan een gewoon padje.



Ca 7.30u waren we onderweg. Omdat de totale tocht grotendeels in oostelijk richting ging en we elke morgen eerst moesten klimmen, liepen we telkens de eerste uren in de schaduw en dat is zeker een voordeel tijdens het klimmen.







Omstreeks 8.00u hadden we de splitsing reeds bereikt en begaven we ons richting graat.



Even later kruiste een salamander ons pad. Eénmaal de graat bereikt moesten we hem oversteken langs een smal richeltje om aan de overkant verder rechtsom te klimmen. Op dit punt gingen we de rugzakken achterlaten. Terugkeren gebeurde toch via dezelfde weg en het mindere gewicht en volume kon ons alleen maar van pas zijn tijdens het klauterwerk. We namen enkele belangrijke zaken mee alsook wat drank en proviand.







Vanaf hier was het afwisselend een smal en zeer steil pad dat niet veel werd belopen en rotspassages die met handen en voetenwerk moesten overwonnen worden. Dit gebeurde soms naast de graat, zowel links als rechts en soms bovenop de graat met smalle stukken en steile afgronden tot gevolg. Die “I” was zeker niet overdreven en toen ook het zonnetje opkwam stonden we al snel in het zweet. Opperste concentratie was noodzakelijk maar het was wel leuk, veel nadenken mocht je echt niet doen. Onder ons hoorden we nog een klein groepje richting graat komen maar zij keerden even later terug, we gingen de enigen zijn op deze berg vandaag: Ein Gipfel für zwei…





1.45u na onze start kregen we het kruis in het vizier, maar we waren er nog niet.



Blijkbaar bestond de top uit twee topjes, de rechtse getooid met een klein houten kruisje hadden we gehaald omdat die te doen was, het grootste kruis stond echter op de andere top. We genoten eerst van onze “eerste” overwinning en keken honderduit over de omliggende bergen en dalen.









Er kwamen al heel wat meer wolken opzetten en het zicht werd hier en daar al wat belemmerd. We schreven onze naam in het Gipfelbuch en overlegde wat te doen: een top is pas een top als je helemaal boven bent dus even de schrik overwinnen! We moesten eerst een klein stukje terug naar beneden om dan een bijna loodrecht stuk naar boven te klauteren.



Het kostte ons 10 minuten om 10m af te leggen maar om 9.42u stonden we op de top van de Gigalitz. Een stalen windroos gaf aan wat je allemaal kon zien in de omgeving en wat verder.



We tekenden opnieuw het Gipfelbuch, het was duidelijk dat er hier heel wat minder volk in stond dan in het andere boek en we waren de eerste Belgen van 2009… Het kruis wat relatief nieuw, het oude waarschijnlijk verwoest door het inbeukende weer.





We hadden een prachtig uitzicht op de Greizer Hütte achter ons. Het massief van de Groβer Löffler zat nu al helemaal in wolken gehuld. Het leek nog niet echt op onweer maar het werd toch tijd om af te dalen.



Het eerste stuk was traag en heel behoedzaam, een misstap zou een val van enkele meters betekenen, we geraakten er heelhuids af. De stukken met een smal pad vorderde snel, op het rotsig gedeelte was het opnieuw concentreren. We vonden onze rugzakken terug onder de uitstekend rots en namen nog een paar mooie stenen mee die we daar vonden. We moesten terug afdalen naar 2500m om dan weer te klimmen naar de Lapenscharte op 2701m. Ik geraakte niet uitgekeken op de prachtige stenen en mineralen om ons heen, deze streek staat er echt om bekend, maar mijn zoektocht leverde geen exemplaar op de moeite van het gewicht waard.



Kathleen was ondertussen verder gestapt en had de Scharte al bedwongen. Het Stilluptal was nog een stuk dieper onder ons en niet te zien van hierboven. We kregen wel een mooi zicht op de Sieben Schneiden die de volgende dag op het programma stonden.





Er begonnen al klimmers langs de andere kant naar boven te komen, zeer waarschijnlijk kwamen ze van de Kasseler Hütte. Je had hier twee opties, ofwel helemaal naar beneden afdalen tot aan het Grüne Wandhaus op 1436m en dan terug klimmen naar de hut op 2178m, ofwel helemaal het daleinde rondtrekken zoals in een hoefijzer. Dat laatste is een prachtig stuk maar eindeloos… we hadden niet veel keuze, nog eens 700m klimmen op het einde van de dag zagen we niet echt zitten, dus de lange optie.





De splitsing kwam op 2260m en we kozen rechts, nog 3h volgens de wegwijzer en steeds op en neer door de verschillende geulen die achtergelaten zijn na het afsmelten van de Löffler- en Stillupkees. We moesten maar liefst 19 keer water kruisen…







Soms lag er een brug, soms nog een halve of een hele plank, soms gewoon enkele metalen steunen in de rotsen geboord en éénmaal dwars door het water waarbij het onmogelijk was om beide voeten droog te houden. Ik koos rechts… Er was zelfs nog een gezekerd stuk door de Elsenklamm.

















Bijna aan het einde van het pad zagen we plots vlagjes en wimpels in de verte. Toen we dichter kwamen bleek het een symbolisch kunstwerk te zijn: “Porta Alpina” of te een deur in het midden van het niets. Het had wel iets en toch…het hoorde er niet, een echte bergliefhebber heeft geen deur nodig om door te gaan om een andere wereld te ontdekken, die deur zit in je hoofd en die ga je al door wanneer je ’s morgens je schoenen aantrekt.



Omstreeks 15.30u bereikten we de hut, moe…en dorst… We werden ontvangen door een vriendelijke man in plaatselijke klederdracht en kregen een kamer voor 2 toegewezen. Het feit dat we niet voor een douche (betalend) kozen, werd een beetje scheef bekeken, zouden we al zo stinken? We zijn niet tegen hygiëne, zeker niet, maar wel tegen overdreven luxe in berghutten en een douche is daar bij, dit hoort gewoon niet. Mensen die luxe willen zo ver van de bewoonde wereld blijven beter daar en laten dit gebied aan de echte trekkers.



We bestelden onze notoire halve liter en trokken naar het terras aan de voorkant. Het viel pas nu op hoeveel wind er was, lang konden we het niet uithouden.



Van hieruit gezien was de Gigalitz een impressionante rotspiek, veel indrukwekkender dan aan de andere kant en het maakte ons nog meer fier dat we daar die morgen hadden opgestaan.





Hier heerste geen drukte, ik denk dat we met 14 in totaal waren en weer diezelfde Duitsers aan de tafel, we raakten in gesprek. De grijze man was gepensioneerd ambtenaar en had de trip (volledige Berliner) cadeau gekregen voor zijn pensioen. Ze kwamen uit Hameln, bekend van het sprookje met de rattenvanger. De gelagzaal was knus en net geschikt voor ons groepje, via een dubbele deur was er mogelijkheid om een nog grotere ruimte bij aan te sluiten, maar vandaag bleef de deur dicht. Het eten was lekker en de sfeer goed. Af en toe trok ik naar buiten voor enkele foto’s, je moest wel steeds een ommetje maken want de korte weg langs de keuken was verboden terrein. Er waren nu heel wat wolken en soms zaten we volledig in de mist en was er niks meer te zien. De wind sleurde aan de vlaggen en de touwen rammelden onophoudelijk tegen de vlaggenmast.









Na het eten kwam de waard binnen en hij posteerde een tafeltje in het midden van de zaal en vroeg om stilte. Dan riep hij 3 namen af van aanwezigen en die moesten aan de tafel komen zitten. Wat bleek? Deze bezoekers hadden de huisregel om niet door de keuken te lopen overtreden en moesten gestraft worden. De straf bestond uit het afdrogen en sorteren van enkele emmers bestek, hilariteit alom en hun medewerking werd bekroond met een Schnapps. Na dit optreden nam de Wird het woord en vertelde over de tochten voor morgen en de weersvoorspelling. Voor een aantal en ook voor ons stond de beruchte Siebenschneidensteig of Aschaffenburger Höhensteig op het programma, een naar schatting 9u durende tocht langs de bergflanken waarbij 7 Schneiden moesten overwonnen worden, sommigen gezekerd met stalen kabels. Er was geen enkele mogelijkheid om onderweg af te dalen, beginnen betekende afmaken of terugkeren. Alleen ergens halverwege was een noodbivak voorzien. De weersvoorspelling ging goed blijven met in de namiddag wel kans op een al dan niet onweerachtige bui, maar zelf geloofde hij in een droge afloop. Het grootste probleem voor éénieder op deze tocht was de te zware bepakking. Volgens hem mocht een volledig gepakte rugzak nooit meer dan 10 kg wegen, al de rest was overbodig, ik heb nog werk te doen de komende jaren…



Na de mededelingen kregen we nog uitleg over de Hausschnaps: de Meisterwurz, getrokken uit de wortels van de gelijknamige plant. We dronken er nog enkele en trokken naar bed.




Dag 4: Donderdag 27 augustus 2009: Kasseler Hütte (2178m) – Aschaffenburger Höhensteig – Edelhütte – Ahornbahn

Afstand: 15.3 km
Stijgen: 745m
Dalen: 968m


Dag 4 en laatste dag van onze tocht, althans, dat was de bedoeling want als we niet voor 16u30 aan de Ahornbahn konden geraken zat er noodgedwongen nog een overnachting in de Edelhütte bij. We stonden op tijd op, namen het ontbijt tot ons, pakten in en vertrokken, het was al een ritueel geworden. We namen nog een voldoende voorraad drinkwater mee. De Wird speelde hier handig op in door te beweren dat er nergens drinkwater in de hut voor handen was, alleen te verkrijgen via de keuken uit een filtersysteem en tegen betaling uiteraard. We hadden geen zin om het risico te nemen en deden het maar.







Om 7.35u waren we aan het stappen, wolken waren er niet te zien, wat een schitterend weer hadden we toch al gehad…Kathleen zetter er meteen flink de pas in, het gevoel van tijdsdruk was niet echt zo prettig maar we zaten fris en het ging vooruit.









De jonge Duitser van het gitaarspel en nog een jonger koppel kwamen al snel aansluiten en we speelden haasje over door de kortstondige pauzes om even wat te drinken of te eten. Het eerste stuk viel best mee maar er zat al een klimmetje in tot aan de eerste Schneide, hier kwam de zon op en kregen we wat zomerse warmte over ons heen.





Het volgende stuk was verre van makkelijk en een eerste veld met reusachtige rotsblokken versperde al de weg voor we aan de tweede Schneide aankwamen. Er waren wel roodwitte markeringen voorzien maar simpel was het niet. De uitzichten waren prachtig al leek het einde van de tocht wel heel erg ver te liggen.







Na ongeveer 2u stappen bereikten we het noodbivak, mooi was het niet en het werd meer gebruikt om binnen wat rommel te vergaren maar er was wel een recent noodrantsoen en 2 matrassen. Dit kon nooit halfweg zijn… Even verloren we het spoor en met z’n vijven zochten we het verdere verloop van het pad, we kruisten een drassige steile helling vol verstopte half ondergrondse beekjes, gevaarlijk om te struikelen.





Daarna was het weer klimmen tot de volgende Schneide die gekenmerkt was door een artificieel opgetrokken stenen muur met een opening om er door te gaan genaamd “Nofertensmauer”, een echte “Porta Alpina”?





Daarna kwam weer een stenenveld, het was echt springen van rotsblok tot rotsblok om er door te geraken en af en toe moesten we een stukje terug.



De volgende Schneide zag er al helemaal anders uit, veel steiler en met rotswanden afgeboord. Het pad werd nu heel smal, nauwelijks 1 voet breed en de grashelling links was bijna verticaal.



Het laatste stuk was gezekerd en dit was geen overbodige luxe. Dit was het Sammerschartl doorheen de Nofertensschneide. De overkant was enkel een rotsafdaling die gelukkig eveneens gezekerd was.









Onderaan de helling volgde een nieuw rotsblokkenveld. Hier kwamen de eerste tegenliggers. Waren we halfweg of al verder? Het was moeilijk in te schatten, we waren 4u onderweg.





Het tempo begon te wegen en de rugzak ook. In de verte lonkte al de volgende kam: de Krummschnabelschneide. Het scenario was gelijkaardig aan het vorige: de klim eindigde in een zeer smal pad net voor de doorgang gezekerd.





We zagen nu voor ons het laatste grote obstakel liggen: de Popbergschneide, nog 140m klimmen… de klok stond nu op 5u stappen, we zaten voor op schema, dat was duidelijk. Door onze laatste pauze was het andere drietal weer voorop.



We kruisten een laatste gigantisch stenenveld, we konden geen stenen meer zien…



Halverwege de klim stond het drietal stil, het meisje was door uitputting in tranen uitgebarsten, de 2 mannen probeerden op haar in te praten, het was niet meer zo ver maar als het mannetje met de hamer is langsgekomen is het moeilijk…





Een troep bergkraaien cirkelde rond de kam, even verder lag het laagste punt.





Hier waren we ooit eerder geweest, toen nog met Ferre in de draagzak en Arne en Jens op handen en voeten naar boven klauterend vanaf de Edelhütte, hoe zou het met de kinderen zijn? Aan de overkant lag de bewoonde wereld, eerst de Edelhütte, verder naar beneden het Zillertal, die hadden we bijna 4 volle dagen niet meer gezien, slechts éénmaal waren we beneden de 2000m geweest.









We daalden af naar de hut en posteerden ons triomfantelijk op het terras, we hadden het toch maar weer voor elkaar gebracht en dit op 6u en 45 min, terwijl de wegwijzer tussen 8 en 10u aangeeft, een mooie prestatie, geholpen door het prachtige weer en de droge condities. Het werd een cola, we moesten nog een uurtje stappen…





De weg naar de Ahornbahn kende we zeer goed en we bleven er stevig de pas inzetten. De technicus van de gondel vroeg vanwaar we kwamen, een goedkeurend gemompel volgde, een gratis ritje evenwel niet. Dit was echt afdalen naar de werkelijkheid, terug met beide voeten op de grond komen, de echte wereld, of lag die juist daarboven? We waren te fier om Heiko of Juul te bellen om ons te komen halen, dat halfuurtje te voet naar Landhaus Sonnenschein kon ook nog wel. Het was hier duidelijk veel warmer dan boven. We werden zoals steeds met open armen ontvangen, Juuls ouders waren ook van de partij. We bleven nog een dagje om te genieten en een leuke namiddagwandeling te doen met Heiko richting Maxhütte waar we onderweg een fototoestel vonden en als een wonder ook de rechtmatige eigenares die bijna een gat in de lucht sprong. De vakantie liep weer ten einde en we verlangden stilaan naar huis en de kinderen.
Toch gaan we weg met heimwee, zoals steeds en het wordt er niet beter op, we hebben daar een wereld waarvan we houden en vrienden die we graag zien, misschien ooit, ooit hoeven we geen heimwee meer te hebben… Servus!